X

DNS Beheer uitleg

Het gebruik van DNS zorgt ervoor dat je website en email bereikbaar is op het internet.
Tegenwoordig is dat niet meer het enige dat je met DNS doet. DNS is vergelijkbaar met een telefoonboek.

In je DNS geef je aan waar een bepaalde dienst op draait en hoe het dara moet komen.

Zo kun je denken aan bijvoorbeeld maildiensten die extern worden gebruikt zoals:

  • Gmail
  • Office365
  • Spamfilters

Maar ook andere externe diensten maken gebruik van je DNS.

Het is daarom ook heel belangrijk om de DNS records op de juiste manier aan te maken.

Bij het aanmaken / toevoegen van een record kun je het type record aangeven:

  • Een A record verwijst altijd naar een IPv4 adres.

  • Een AAAA record verwijst altijd naar een IPv6 adres.

  • Een CNAME record  word bijvoorbeeld gebruikt voor een subdomein

  • Een TXT record is meestal voor SPF, DKIM en DMARC records. Ook wordt een TXT record gebruikt door Microsoft om een eigendom van het domein te valideren

  • Een SPF record wordt niet meer gebruikt, dit is de voorganger van TXT.
  • Een SRV record wordt niet meer gebruikt
  • Een NS record wordt gebruikt om Namesrevers bekend te maken

  • Een MX record wordt gebruikt om aan te geven waar e-mail afgeleverd moet gaan worden

  • Een PTR record wordt gebruik om een reverse DNS te valideren.

Een aantal basis stappen die in de gaten gehouden moet worden met het aanmaken en aanpassen van DNS records zijn:

  • Een CNAME record target veld naar externe locaties moet altijd worden geeindigd met een .

  • Een MX record en dan de target veld moet altijd geeindigd worden met een .

  • Bij een CNAME / TXT record moet het host veld gevuld worden met een @ tenzij er verwezen word naar een subdomein.

Kunt u de informatie die u zoekt niet vinden?

Maak een supportticket
Vond je het nuttig?
(44 keer bekeken / 1 mensen vonden het nuttig)
Top